Ontvang gratis
tips & tricks

Grenzen binnen nachtelijk responsief ouderschap

In deze blogpost neem ik een onderwerp onder de loep dat ik al heel lang wil belichten! Mijn focus op Instagram ligt zo vaak op het normaliseren van slaap, dat ik het domein van grenzen soms onvoldoende belicht. Dit komt omdat ik voel dat dat normaliseren zo ontzettend hard nodig is op dit moment. De kennis over de neurobiologie van het jonge kind bereikt nog onvoldoende ouders. Het is voor mij de basis voor biologisch normale slaap en tegelijkertijd de sleutel voor hoe we daarin ook onze eigen grenzen kunnen gaan aangeven.

 

 

Ik nam ook een ‘Instagram Live’ video op waarin ik dit thema, gekoppeld aan slaapassociaties, uitgebreid bespreek. Je kan hem hier herbekijken.

 

 

Een misvatting over de ‘babyled sleep’ aanpak is dat het gelijkstaat met het volledig volgen van je kindje.

Dit is allesbehalve waar. Wat zo eigen is aan de visie, is dat we onze grenzen kunnen aangeven terwijl we ook rekening houden met de maturiteit en neurobiologische ontwikkeling van een kind. Ik vergelijk het graag met ouderschap overdag: ook binnen het responsieve ouderschap zijn grenzen heel belangrijk. Ze bieden veiligheid en een kader. Bovendien is het aangeven van grenzen ook een stukje voorleven voor je kindje: enerzijds toon je dat jouw noden er ook toe doen en anderzijds zal er meer mentale ruimte vrijkomen wanneer je tijdig je grenzen kan aanvoelen. Ook binnen het nachtelijk ouderschap mogen die grenzen er zijn.

 

Waar het echter misloopt is de manier waarop momenteel het ‘grenzen aangeven’ tijdens de nacht gepromoot wordt. Het lijkt wat betreft nachtelijk ouderschap een ‘alles of niks’ gegeven dat steeds opnieuw gekaderd wordt vanuit de grenzen van de ouder, maar waarbij de maturiteit van de baby niet of onvoldoende in rekening wordt gebracht. Bij een pasgeboren baby wordt idealiter steeds zo snel mogelijk aan de noden voldaan. Zo’n jonge baby kan simpelweg nog niet wachten op een voeding of een knuffel. Heel geleidelijk aan voelen ouders dat het wel kan om die behoeftebevrediging heel kort uit te stellen. Aan een baby van 5 maanden worden overdag geen grenzen gesteld. Maar er wordt misschien wel al eens geroepen vanuit het toilet: ‘ja schatje, ik kom je zo je melk geven’. De grenzen die er zijn, zijn er uit noodzaak. Omdat we bv. bezig zijn met ons andere kind of omdat we even heel dringend eerst iets anders moeten doen. Vanaf ongeveer 10 a 12 maanden wordt dat anders. Dan voelen de meeste ouders een switch, soms al iets vroeger en soms iets later. De baby gaat volop experimenteren en kan zelf ook op ontdekking gaan door te sluipen, kruipen of zelfs stappen. Dat is een moment waarop de meeste ouders voelen: ‘hier moet ik nu eens ‘nee’ zeggen’, ‘hier moet ik de omgeving anders inrichten zodat we beter afgestemd zijn op het ontdekken’. De eerste grenzen zijn vooral gericht op veiligheid en wat later kan het ook gaan om de dingen die we zelf belangrijk vinden. Zo gaan ouders bv. het gooien met eten begrenzen (op zich een gedrag dat overigens zeer mooi binnen de ontwikkeling past, maar waarin je wel liefdevol kan begrenzen). Over de grenzen overdag, schreef ik al eens een post uit. Je kan hem hier lezen.

 

Op de een of andere manier loopt het ’s nachts anders. En ik begrijp waarom, slaap is zo belangrijk en essentieel. Zeker in onze hectische maatschappij en met alle verwachtingen die er op de schouders van ouders rusten, wordt die slaap heilig. Dus worden er wat betreft slaap grenzen gepromoot vanaf 3 of 4 maanden. Vanaf dan “stop je best met in slaap voeden” zodat het geen slechte gewoonte wordt, vanaf dan “hoort een baby toch zeker in een eigen bed te slapen”,… Deze grenzen gaan eigenlijk volledig uit van het volwassenperspectief (dat zeker ook belangrijk is), maar gaan voorbij aan de neurobiologische ontwikkeling van een baby. We kunnen simpelweg niet verwachten dat elke baby op die leeftijd zelfstandig gaat inslapen en lange blokjes slaapt. En dus wordt er overgegaan tot gedragsinterventies en worden er grenzen gesteld die een baby simpelweg nog niet kan verwerken.

 

Ok, maar hoe werkt dat dan, grenzen stellen tijdens het nachtelijke responsieve ouderschap?

Ik deel dit graag op per leeftijd, omdat ik het belangrijk vind om ook te gaan kijken vanuit het kind en daarin realistische verwachtingen aan te houden.

Is je baby jonger dan 6 a 8 maanden en voel je dat het nachtelijk ouderschap ondraaglijk is? Dan zou ik vooral het volgende aanraden:


– Speelt er onrust of zijn er lichamelijke stoorzenders die het slapen verhinderen? Dan is het vooral zaak van die onderliggende stoorzenders aan te pakken (denk bv. aan: lichamelijke spanningen zoals KISS-syndroom, reflux, voedselintoleranties of slaapapneu).


– Indien die stoorzenders uitgesloten zijn… Ben je voldoende correct geïnformeerd over biologisch normale slaap? Heb je een goed zicht over hoe slaap realistisch gezien kan verlopen? Hoe voelt het vooruitzicht dat je, indien nodig, binnen een paar maanden grenzen kan stellen als dat nodig is?


– Stel jezelf de vraag in hoeverre jij dat nachtelijk ouderschap zelf draagt. Ben je in staat anderen daarin toe te laten om het draagbaarder te maken? Kan je je partner, grootouders of andere personen in je village betrekken bij de zorg? Besteed de zorg enkel uit aan personen die je vertrouwt, want dit zal je baby ook voelen. Geef hen de kans om samen hun weg te zoeken en bouw extra slaapassociaties op die overgenomen kunnen worden. Je hoeft niet te stoppen met in slaap voeden om anderen een nacht of dutje te laten overnemen.


– Slaapassociaties: wil je niet meer wiegen of in slaap voeden? Verander dit dan geleidelijk aan naar een andere afhankelijke slaapassociatie die wel haalbaar is. Maar verwacht niet dat je kindje zelfstandig in slaap kan vallen, niet elk kindje is daar klaar voor op 6 maanden en zelfs niet op 2 jaar. Je vindt wat info in deze post.

 

Is je baby wat ouder? Dan kan je stilaan meer grenzen gaan stellen en actief dingen gaan veranderen die niet langer werken. Het is moeilijk daar een leeftijd op te plakken. Heel veel hangt af van het temperament van je kindje. Mijn advies is zoals altijd: voel goed aan hoe je kindje reageert en hoe hoog het niveau van stress is. Het is mooi als we af en toe onze baby uit de comfortzone kunnen halen, maar we willen zeker geen paniekreacties teweegbrengen. Enkel jij kan voelen wat je kindje kan of nog niet kan.  


Wat echter voor mij essentieel is bij elke verandering is het volgende:

We misgebruiken de hechtingsnoden van het kind nooit om te komen tot ‘beter slapen’. Dat wil zeggen: we gaan onze nabijheid en affectie niet actief begrenzen, maar volgen daarin het kind. We verlaten de kamer niet als ons kindje duidelijk signaleert ons nodig te hebben. We gaan niet over tot ‘handje vasthouden’ of ‘aaitjes in bed’ wanneer ons kindje duidelijk meer nodig heeft. Het veranderen van gewoontes gebeurt liefst in kleine stapjes en ALTIJD met extra nabijheid. Het is zo al moeilijk genoeg voor een kindje om bv. te gaan van in slaap voeden naar in slaap knuffelen. We willen dan echt niet alle hulp laten wegvallen. We willen net extra hulp bieden om die overgang te maken. Het laatste wat er dan nodig is, is de angst om ‘nieuwe slechte gewoontes’ in te bouwen. We willen altijd nabijheid en associaties toevoegen, alvorens en tijdens het wegnemen van een afhankelijke associatie.  

 

Dus hoe stel je een grens? Allereerst door met je kindje in gesprek te gaan, eventueel met boekjes voor te bereiden. Door de grens aan te houden en samen te voelen: lukt dit? Of is dit nog even teveel? Door ruimte te maken voor samen de emoties door te leven, in verbinding. Door je kleintje gerust te stellen, te knuffelen en het tijd te geven. En als het (nog) niet goed voelt: door weer terug wel te geven wat het kind wil en morgen opnieuw te proberen. Twee stappen vooruit en een achteruit: dat is ok! Dit zijn geen quick-fixes, dit zijn veranderingen op lange termijn. Er is geen deadline, enkel de verbinding die goed moet voelen. Een valkuil is natuurlijk wel dat je nooit gaat doorzetten, omdat de emotionele reactie van je kleintje je stress bezorgt. Dat is iets om bij jezelf te gaan onderzoeken. Het co-reguleren van tranen hoort bij het grenzen stellen. Dit is overdag niet anders dan ’s nachts. Je kindje mag voelen, mag uiten, ook al is dat intens. Jullie doen dit samen, jij volgt je gevoel in je reacties en dat is wat deze aanpak zo anders maakt dan slaaptraining. Een liefdevolle grens stellen moet daarom ook steeds echt vanuit jezelf komen. Niet omdat je omgeving voelt dat het tijd is. Niet omdat je schrik hebt dat het nooit anders gaat worden (dat wordt het altijd- ook als je niks doet). Maar wel omdat je botst op je eigen grens en omdat jij dit wil. Als de grens van daaruit gesteld wordt, als de grens authentiek is, dan zal jullie dit alleen maar ten goede komen op de lange termijn.

 

Mijn principe: ‘lieve schat, we doen dit samen. Het is moeilijk, maar samen kunnen we dit. Stap voor stap. Ik ben hier voor elk stapje van het proces en ga je knuffelen zoveel als nodig. En als het vandaag niet lukt, proberen we morgen opnieuw. Maar we doen dit, want het is belangrijk voor mij dat er verandering komt.’

 

En ik wil hier graag opnieuw heel expliciet benadrukken: onze verwachtingen moeten goed afgestemd zijn op wat we echt van een kindje kunnen verwachten. Van een kindje van 4 maanden dat in slaap gevoed wordt en slaapt in contact kunnen we simpelweg niet verwachten dat we de grens gaan stellen dat hij het nu moet doen met handje vasthouden. Dat is mogelijks hooguit een langetermijndoel…

 

Van een baby van 8 maanden kunnen we niet verwachten dat hij niet meer elke 3u mag voeden. Dit is biologisch normaal babygedrag. We kunnen dan wel proberen het wiegen af te bouwen en toe te werken naar naast het kindje liggen, een slaapliedje, gewoon knuffelen,… om dan misschien een hele tijd later toe te werken naar enkel een slaapliedje en een handje vasthouden. Elk kind is anders in zijn hechtingsnoden en elke ouder is anders in de grenzen die aangevoeld worden. We nemen telkens deze beide factoren in rekening en komen zo tot verandering, op tempo van ouder en kind. Altijd in verbinding.

 

Het is pas als een kind voelt dat de veiligheid en nabijheid te allen tijde gegarandeerd is, wanneer het kind niet moet vechten om verbinding, dat het in alle rust zich kan overgeven aan slaap.  

 

 

 

Liefs

Hanne

 

Leave a Reply

Misschien ook interessant voor jou