Het is een vraag die vaak in mijn inbox belandt:
“Mijn baby doet enkel korte slaapjes… Moet ik me zorgen maken?”
Of:
“Mijn peuter lijkt steeds moe, maar slaapt overdag amper 30 minuten. Wat kan ik doen?”

Tijd voor een heldere en geruststellende uitleg, want korte dutjes zijn vaak helemaal oké (en soms ook een signaal om even verder te kijken).

Zijn korte dutjes een probleem?

Laten we eerst dit uit de weg ruimen: korte slaapjes zijn niet per se een probleem.
Bij jonge baby’s (zeker in de eerste maanden) zijn korte, frequente dutjes juist de norm. Hun slaapcyclus is korter dan die van volwassenen, en het is heel normaal dat ze na 30 tot 45 minuten alweer wakker zijn.

Zolang je kindje:

• vrolijk wakker wordt,
• redelijk uitgerust lijkt, of
• vlot een volgende wakkertijd aankan (eventueel na grumpy wakker te worden),

…dan is er waarschijnlijk niets aan de hand.

Maar merk je dat je kindje echt nog moe is na zo’n kort dutje — humeurig, jengelig of snel overprikkeld? Houd dit aan voor de volledige wakkertijd die volgt op het dutje? Dan zijn er een paar dingen die je kunt proberen om die dutjes wat te verlengen.

Wat kun je doen bij korte dutjes?

1. Wissel contactdutjes en zelfstandige dutjes af

Veel baby’s slapen dieper en langer wanneer ze in contact zijn met een vertrouwde volwassene: op de borst, in de draagdoek, op schoot. Als je merkt dat korte slaapjes zorgen voor oververmoeidheid, kan eens afwisselen met een contactdutje soms net dat extra rustmoment bieden.

Tip: Je hoeft dit niet altijd te doen. De combinatie van zelfstandige slaap en af en toe een contactmoment kan een mooi evenwicht geven.

2. Speel met de timing van de wakkertijd

Korte dutjes kunnen een teken zijn dat je kindje óf te moe óf juist nog niet moe genoeg is. Beide kunnen leiden tot een kort dutje.

• Bij te korte wakkertijd is er onvoldoende slaapdruk opgebouwd en duurt het vermoedelijk ook een tijdje eer je kindje in slaap valt.
• Bij te lange wakkertijd is je kindje oververmoeid en teveel slaapdruk opgebouwd. In dat geval valt je kindje ofwel heel snel in slaap, ofwel is er heel veel hulp nodig om tot rust te komen.

Bij oudere baby’s die overgaan van drie naar twee dutjes, loont het de moeite om wat met de timing te experimenteren. Net zoals bij de overgang van twee naar een dutje bij peuters.

3. Reset de slaapcyclus

Wordt je baby telkens na 30 minuten wakker en lijkt die daar last van te hebben?
Probeer dan eens om na ongeveer 25 minuten al in te grijpen, nog vóór je kindje helemaal wakker is. Begin met een zachte slaapassociatie: wiegen, ‘shh’en’, een handje op de buik, zacht neuriën…

Het doel? Je kindje door de overgang tussen slaapcycli heen helpen. Soms lukt het, soms niet — maar het is het proberen waard!

4. Bekijk de slaapomgeving

Elk kindje is anders. Wat voor de ene baby werkt, is voor de andere te veel of te weinig.

Denk aan:

• Donkere kamer (dit vermijd je liever voor newborns, tenzij echt noodzakelijk) vs. lichtschemering
• Witte ruis of juist stilte
• Een prikkelarme omgeving of een knuffeltje dichtbij (vanaf 1 jaar)

Experimenteer gerust. Misschien heeft je kindje nét iets anders nodig dan je dacht om dat dutje wat langer door te nemen.

5. Sluit onderliggende slaapverstoorders uit

Soms is er een onderliggende reden, zoals bv. ongemak, voor waarom je kindje enkel korte dutjes doet. Denk aan: lichamelijke spanningen na de bevalling, refluxziekte, een orale restrictie zoals een strak tongriempje, voedingsmoeilijkheden, … maar ook zaken zoals een storend etiketje of lawaai kunnen zorgen voor korte dutjes. Bij zorgen bespreek je dit best met een (kinder)arts of vertrouwde hulpverlener.

6. Blijf relaxed: het komt vaak vanzelf goed

Sommige baby’s doen weken of zelfs maanden lang enkel korte dutjes, en dan ineens — zonder dat je iets hebt veranderd — beginnen ze langer te slapen. Vaak zien we dit ergens na 6 maanden gebeuren.

Dus: je hoeft niet per se iets te fixen. Als het voor nu werkt en je kindje zich goed ontwikkelt, is dat prima. Stress er niet te veel over.

Je mag je kindje helpen, maar je hoeft het niet op te lossen.

Tot slot

Oververmoeidheid bij jonge kinderen is een uitdaging, en korte dutjes kunnen daar soms aan bijdragen. Maar met wat kleine aanpassingen, afwisseling in dutvormen, of gewoon een dosis geduld, komt er vaak vanzelf meer rust in het dagslaapritme.

En onthoud: elke baby heeft zijn eigen ritme. Wat vandaag niet werkt, kan over een week ineens wél aanslaan.

Veel liefs

Hanne

Meer hulp nodig bij dutjes? Check dan zeker mijn e-book (H)echt Slapen. Je vindt er alles over verschillende slaapopstellingen, slaapassociaties en de overgang naar meer zelfstandig slapen.